zondag 22 november 2009

Tortoise - Schildpad doet file vergeten

Tortoise, Labozaal, Stuk, Leuven, 20 november 2009
High Class Slim Came Floatin' In
Minors
Monica
In Sarah, Mencken, Christ And Beethoven There Were Women And Men
I Set My Face To The Hillside
Eros
Swung From The Gutters
Charteroak Foundation
Prepare Your Coffin
Dot/Eyes
The Suspension Bridge At Iguazú Falls
Crest
Yinxianghechengqi (bis #1)
Glass Museum
Salt The Skies
Seneca (bis #2)

Wanneer is een optreden geslaagd? Als een band er bijvoorbeeld in slaagt het hongerige gevoel en de roes van drie uur file op de E40 te doen vergeten. Tortoise kan dat, zo bleek vrijdag in Leuven. Ergo...

De omstandigheden waren nochtans niet ideaal. Voorprogramma iCu had ons met zijn loops eerder verveeld dan opgewarmd en wie niet al te groot was van gestalte, moest al goed gepositioneerd staan om de muzikanten ook echt te zien spelen. Nee, dan was het ouderwetse maar ruimere decor van Het Depot een betere maat voor Tortoise.

Maar wat moet dat moet en ook in het Stuk werden de twee gebruikelijke drumstellen, een vibrafoon en een marimba op het podium gepropt. Het stoorde Tortoise blijkbaar niet, want de band maakte anderhalf uur lang een erg geïnspireerde indruk. En elke kenner zal zeggen: "Die setlist is een super setlist".

"Ze zijn onhoudbaar!" liet een enthousiasteling zich ontvallen naarmate het eigenzinnige kwintet uit Chicago zich door de eerste nummers van de setlist had geploegd. Een terechte opmerking, die ook de rest van de avond geldig zou blijven. Toch kwam niet elk nummer (of zeggen we beter 'compositie') even sterk uit de verf.

De melodie van I Set My Face To The Hillside was een beetje wazig en moesten we er op basis van onze fantasie zelf bijdenken. Een euvel waaronder ook het anders zo krachtig ingezette Prepare Your Coffin te lijden had. Swung From The Gutters werd dan weer een tijdlang ontsierd door een veel te luide gitaar en door een minder geslaagde excursie als middendeel. Het ontbreken van Gigantes, een van de betere nummers van 'Beacons of Ancestorship', was trouwens moeilijk te verteren.

Seneca

Maar laten we vooral stoppen met mieren neuken en de schilpad feliciteren. Want 90% van de tijd hebben we vol verbazing mogen waarnemen hoe vijf bijzonder veelzijdige muzikanten om de zoveel maten wisselden van instrument en het met evenveel kunde en gevoel bespeelden als het vorige. Een lust voor het oog. En voor het oor, dat spreekt vanzelf.

High Class Slim Came Floatin' In, opener van het concert én van 'BoA', klonk live duizendmaal overtuigender dan op plaat. In Sarah, Mencken, Christ And Beethoven, There Were Women And Men van 'TNT' kreeg een ongemeen swingende bewerking, die het publiek na drie nummers goed in de stemming bracht. En ook Charteroak Foundation, afsluiter van 'BoA', was een onbetwist hoogtepunt, ondanks zijn ongewoon lome tempo. Maar goed, je bent een schildpad of je bent het niet.

Als eerste bisnummer werden we dan ook van onze sokken geblazen door een verschroeiend Yinxianghechengqi, dat in niets te vergelijken is met de sierlijke melodieën waarop Tortoise het patent lijkt te hebben. Ook in de tweede bisronde liet de groep zich van zijn hardere kant zien, meer bepaald met een fel geïmproviseerd Seneca (van 'Standards'). Het gevoel dat het concert daarmee, net als zijn Romeinse naamgenoot, aan het doodbloeden was kregen we niet. Toch waarde Seneca's geest rond in de Labozaal: koppig, zakelijk en briljant.

dinsdag 10 november 2009

Catch of the Day - Bear in Heaven





Na The Antlers, opnieuw 'brilliance from Brooklyn' met Bear In Heaven. De bandnaam is misschien wat aan de banale kant, maar dat kan van de muziek op hun derde worp 'Beast Rest Forth Mouth' allerminst gezegd worden. Synths voeren er de boventoon in bevreemdende popnummers, die gegrond zijn in de hedendaagse alternatieve rock, maar ons evenzeer terug katapulteren naar het Duitsland van voor de val van de Muur. Een absolute aanrader!

zondag 8 november 2009

Oceansize - Gewapend voor hoofdstuk twee

Oceansize, Vaartkapoen, Molenbeek, 6 november 2009
Ransoms ('10)
Unfamiliar
Legal Teens ('09)
Paper Champion
Build Us A Rocket Then, You Rocket Building Cunt ('10)
Massive Bereavemen
Steven's Head ('10)
A Homage To Shame
You Can't Keep a Bad Man Down
Home & Minor ('09)
It's My Tale ('10)
? ('10)
Meredith (Bis #1)
The Charm Offensive

Een jaar nadat Oceansize in Manchester de verjaardagstaart aansneed met integrale uitvoeringen van hun eerste drie platen (uitgebracht als de magistrale, gelimiteerde box 'Feed To Feed'), luidt de band zijn tweede decennium in met een verrassend intieme EP ('Home & Minor') en een Europese tournee, die officieel van start ging in de Molenbeekse Vaartkapoen. Door het grote aandeel aan sterk nieuw materiaal toonde het eigenzinnige vijftal zich tot op de tanden gewapend voor het tweede hoofdstuk van zijn carrière.

Wie op tijd ter plaatse was, moest echter eerst het weinig overtuigende voorprogramma van The Worldonfire uitzitten, een gezichtloze, Londense band die zich het best laat omschrijven als een doorslagje van The Fall Of Troy. Op enkele ingenieuze drumpartijen na, slaagde de band er nergens in zijn megalomane naam eer aan te doen. “Wat een stelletje posers”, hoorden we iemand in het publiek zeggen. De waarheid kan hard zijn.

Een tegenvallend voorprogramma heeft gelukkig één positief effect: de kwaliteiten van de hoofdact komen er alleen maar beter door uit de verf. Zo geschiedde ook in de Vaartkapoen. Hoewel de geluidsmix – met name het volume van de microfoon van zanger-gitarist Mike Vennart –, niet altijd optimaal was, maakte Oceansize een onuitwisbare indruk met weidse composities en een verbluffende interactie.

Progressive Death Indie

Het was evenwel niet allemaal “Progressive Death Indie” – zoals de groep zichzelf graag omschrijft – wat de klok sloeg. Zo werden van de nieuwe EP het rustig voortkabbelende Home & Minor en het verfrissende Legal Teens gespeeld. Met Ransoms nam de band zelfs de gewaagde gok om zijn set te beginnen met een nummer van de vooralsnog titelloze nieuwe plaat.

De setlist bleek uiteindelijk voor de helft opgetrokken uit nieuw materiaal (zij het van de reeds uitgebrachte EP, zij het van de nieuwe plaat, die verschijnt in 2010). Naar topnummers als Catalyst, Ornament, en Trail Of Fire konden we fluiten, maar verschroeiende versies van Unfamiliar, A Homage To Shame en Massive Bereavement zorgden voor een positieve balans.

Niet iedereen zal de hoge dosis nieuw werk gewaardeerd hebben, maar het viel niet te ontkennen dat een nagelnieuwe song als Build Us A Rocket Then, You Rocket Building Cunt nu al kan wedijveren met het meest snedige werk uit Oceansize’s discografie. Andere nummers lieten zich minder makkelijk vatten, maar de ervaring leert dat we ons daarover nog geen zorgen moeten maken.

Het Engelse kwintet schitterde zelfverzekerder dan ooit en speelde nu eens indrukwekkend statisch op een lijn om het volgende ogenblik helemaal loos te gaan. Wat nog maar eens opviel, was de vernieuwende manier waarop Oceansize vaak tot drie gitaarpartijen ineenvlecht. Tegelijk werd ons op het hart gedrukt dat de mannen nog niets aan creativiteit en discipline hebben ingeboet. Met hoge verwachtingen wordt het nu uitkijken naar die nieuwe plaat.

Eerder verschenen op:
http://www.damusic.be/live/oceansize/gewapend-voor-hoofdstuk-twee

woensdag 4 november 2009

The Antlers - Hospice

Ziekte, pijn en verdriet, de onvermijdelijke dood, afscheid,... Het zijn thema’s die al lang ingang hebben gevonden in de popmuziek. Maar de delicate manier waarop de New Yorkse band The Antlers zich de onderwerpen eigen maakt, is ongezien. Op ‘Hospice’ raken we als luisteraar betrokken bij de aftakeling van Sylvia. En dat is op zijn zachtst gezegd een levensechte, louterende ervaring.

Het concept voor ‘Hospice’ komt uit de koker van zanger-gitarist Peter Silberman. Slechts drieëntwintig is de muzikant en het is opmerkelijk met wat voor stijl en maturiteit hij schrijft over menselijk leed en de relaties die daar op hun beurt onder lijden. ‘Hospice’ is tegelijk aangrijpend en urgent want we zijn op een punt gekomen dat vreselijke ziektes als kanker iedereen aangaan.

De muziek op zich is alleraardigst, maar met de teksten op schoot wordt het album nog duizendmaal intenser. Net dat ineengrijpen van woord en geluid maakt het album zo uniek. Het mag dan ook geen wonder heten dat The Antlers op de affiche van Crossing Border staan, een festival dat van de symbiose tussen literatuur en muziek een topprioriteit maakt.

"Something in my throat made my next words shake", verklaart Silberman in Two. Zijn trillende stem, waarin nu eens Antony, dan weer John Martyn zaliger weerklinkt, is een constante en lijkt samen met de vaak verwrongen achtergrondgeluiden uiting te geven aan de innerlijke kortsluiting van de ik-verteller. Vocale uithalen, zoals de smekende wanhoopskreten in Sylvia, zijn eerder beperkt, maar missen hun doel nooit.

In de vertelling zit een sierlijke lijn, die mooi wordt gespreid over tien delen, van een woelige instrumentale voorbode (Prologue) over wederzijde frustraties (Sylvia) en zondebokgevoelens (Atrophy) tot een Epilogue, waarin Sylvia enkel nog als schim terugkeert in de nachtmerries van de verteller.

Katharsis

We worden echter nog het meest naar de keel gegrepen door het licht optimistische Bear, dat druipt van liefde en begint met: “There’s a bear inside your stomach / A cub’s been kicking from within / He’s loud, though without vocal cords / We’ll put an end to him / We’ll make all the right appointments / No one ever has to know / And then tomorrow I’ll turn twenty-one / We’ll script another show.”

Naast pure gevoelens in prozaïsche poëzie, werd de plaat ook muzikaal erg zorgvuldig gearrangeerd, soms groots met synths en blazers, maar altijd erg sereen. Enkel Two stelt teleur door het wat misplaatste samengaan van uptempo muziek en hartverscheurende woorden. Daartegenover staat het op alle gebieden sublieme Shiva.

‘Hospice’ is een tijdloos kunstwerk dat in al zijn muzikale en literaire schoonheid aanzet tot nadenken over wat bijna alledaags is geworden. De Oude Grieken hadden er een mooi woord voor: katharsis.

Githead - Landing

Githead landt twee jaar na het sterke ‘Art Pop’ opnieuw in de rusteloze rockrimboe. Een buiklanding werd het zeker niet. Ook al bestaat de band dan hoofdzakelijk uit veteranen, toch blijft hij uitstekend overeind in het huidige landschap. Fans van de Britse postpunkers Wire, maak jullie borst maar nat, want op ‘Landing’ rockt Githead – met Wire’s Colin Newman – harder dan ooit tevoren.

Op dit album heeft Githead de groove flink te pakken. Terwijl voorganger ‘Art Pop’ bijtende rocksongs afwisselde met akoestische nummers en daarmee zijn naam alle eer aandeed, kiest ‘Landing’ resoluut de kaart van het stomende, nooit aflatende ritme. Faster, het nummer dat als onverwoestbare locomotief negen wagons in zijn kielzog voert, heeft zijn naam dan ook niet gestolen.

Stilistisch schurkt Githead op ‘Landing’ aan tegen wat Wire presenteerde op zijn meest recente album ‘Object 47’. Het venijn van de Wire uit de begindagen wordt echter fel getemperd door een flinke dosis shoegaze met Malka Spigel (ex-Minimal Compact) achter de microfoon in het merendeel van de nummers en een bij momenten ontzaglijke gitaarmuur.

Ook soundkunstenaar Scanner – bij Githead gewoon Robin Rimbaud – levert een niet onaanzienlijke bijdrage. Wie echter al stilletjes begint te hopen op delicate geluidsweefsels is eraan voor de moeite. Bij Githead neemt Rimbaud voor het eerst in zijn lange carrière afstand van draaiknoppen en computers om zijn jeugdliefde voor de gitaar nieuw leven in te blazen.

Lessen

De scheurende gitaarpartijen van Rimbaud en Newman en de pompende, franjeloze drums van Max Franken (ex-Minimal Compact) vallen op door hun bijzonder effectieve minimalistische aanpak. Krautrockachtige ritmes vormen van meet af aan een van de basiselementen van Githeads sound, maar of ze ooit zo hypnotiserend en dansbaar klonken als op ‘Landing’, durven wij sterk te betwijfelen.

De wel erg coherente ritmesectie is trouwens de lijm die de tien nummers op ‘Landing’ bindt tot een al even samenhangend geheel. De momenten dat Githead gas terugneemt zijn erg schaars en dat is maar goed ook. Want zonder ook maar ergens in herhaling te vervallen is ‘Landing’ een erg meeslepende, roesverwekkende plaat geworden, misschien zelfs hun beste tot nu toe.

Lange tijd dachten wij dat Githead met Drive By (van ‘Art Pop’) zijn signatuursong had geschreven. En dat is nog altijd zo. Maar de concurrentie van ‘Landing’ wordt akelig tastbaar. Beginnen met een aanstekelijke instrumental (Faster), af en toe een kwikzilveren melodie (o.a. From My Perspective) inlassen en eindigen met een verzengende finale (Transmission Tower). Het getuigt van een zeldzaam inzicht, waaruit het jonge rockgeweld nog heel wat lessen kan trekken.

Eerder verschenen op http://www.damusic.be/cd/githead/landing

maandag 2 november 2009

Lego, Andersen en... Mew

Mew, Botanique (Orangerie), Brussel, 1 november 2009
Introducing Palace Players
She Spider
Circuitry of the Wolf
Chinaberry Tree
Am I Wry? No
156
White Lips Kissed
Sometimes Life Isn’t Easy
Silas The Magic Car
Hawaii
Saviours of Jazz Ballet
Snow Brigade
Special (Bis #1)
Zookeeper’s Boy
Comforting Sounds (Bis #2)

Zondagavond. 18.45u. De regen komt met de duizenden liters tegelijk uit de hemel gevallen. Wie zien geen hand voor ogen en worden net niet verblind door de waterwolk die onze voorganger in zijn kielzog voert. En toch zijn we in gedachten al meer bij Mew dan op de baan, wanneer gitarist Bo Madsen plots zijn opwachting maakt op Studio Brussel en een show met exploderende beren en een ‘niet-goed-geld-terug-garantie’ in het vooruitzicht stelt, om – net voor hij terug de kleedkamer in duikt – nog zijn eigen song Special aan te vragen. Speciaal en magisch, dat is – zo bleek enkele uren later – wel het minste wat je van een Mew-show mag verwachten.

Er al eens over nagedacht hoe u invulling zou geven aan uw ultieme Deense namiddag? Ik zou het hele oeuvre van Mew door de boxen jagen, mezelf te goed doen aan Royal Dansk-boterkoekjes, bloemlezen uit het werk van Andersen en – for old times sake – een Vikingeskib bouwen met Lego. Zeker wat muziek betreft is Mew al een tijdje Denemarkens meest gewaardeerde exportproduct, al lijkt de band nog altijd door heel wat potentiële fans schromelijk over het hoofd gezien. Toch werden de Deense artpoppers in de Orangerie (Botanique, Brussel) door een aardige menigte opgewacht, waar ze na vijf steengoede platen ook wel recht op hebben.

It can be done

Wie de voorbije jaren betoverd werd door het Scandinavische vakmanschap van platen als ‘Frengers’, ‘And The Glass Handed Kites…’ en het nu al onverwoestbare ‘No More Stories’, kon niet anders dan met torenhoge verwachtingen afzakken naar de Brusselse Kruidtuin. Houdt de wonderlijke stem van Jonas Bjerre ook stand op een podium? Werkt de rijkelijk gevulde, maar vederlichte productie van de albums ook in een livesetting? Enkele schoonheidsfoutjes niet te na gesproken, konden we alleen maar besluiten: Yes, it can be done!

Bij Mew denken we spontaan aan eigenzinnige pop, bizarre ritmiek en een magisch sfeertje, een geheim recept dat Mew ook tijdens liveshows met veel zorg bereidt. Improvisatie werd daarbij misschien tot een minimum beperkt, maar als tegenprestatie gaf de band alle nummers vlekkeloos en met duidelijke overgave ten beste. Met een ultrafunky Special, de venijnig tegen elkaar opbiedende gitaren in Circuitry of the Wolf en de schitterende herwerkte versie van 156 had Mew zelfs een paar regelrechte verrassingen in petto. Verbazingwekkende visuals (denk onder meer aan vioolspelende katten en dansende hertenskeletten) zetten de macabere gloed van de muziek extra in de verf.

Denmark’s finest

Vooral uit ‘And The Glass Handed Kites…’ werd uitvoerig geput. Een uitstekende plaat natuurlijk, maar als we tussen alle briljantie door toch een minpuntje mogen formuleren, dan is het wel dat ‘No More Stories’ te veel wereldnummers bevat om van secundair belang te zijn in een setlist. Vergeefs wachtten we op Repeaterbearer, Tricks of the Trade en Vaccine. Sometimes Life Isn’t Easy en Introducing Palace Players, ook nieuwe nummers, zorgden voor absolute hoogtepunten. Er zat dus misschien nog net ietsje meer in.

Overigens zelden zo’n straffe concertopbouw gezien als zondag in de Botanique. Er werd mooi afgewisseld tussen blokken nieuwe en oudere muziek en nummers die op plaat samen horen, werden ook live netjes bijeengehouden. Bovendien bleek de epische coda van Comforting Sounds (in de tweede bisronde) de perfecte uitloper voor een memorabele avond. Zanger Bjerre bleef meer dan stoïcijns bij zijn eigen prestatie. Vrijwel bewegingloos en schijnbaar schuchter, maar tegelijk mysterieus en charismatisch imponeerde hij nog het meest met zijn fantasierijke zanglijnen. En zo kwam Mew in Brussel tonen wie Denmark’s finest is. Wij durven dan ook sterk te betwijfelen dat er überhaupt iemand na de show zijn entreegeld is komen terugvragen.