Wat te verwachten van een ooit controversiële band die in de nineties furore maakte met eigentijdse psychedelica en een stevige injectie Indiase hallucinogenen? Toch zeker niet dat hij naar het platteland rond Chimay zou trekken om er een nieuwe plaat in the blikken. Het effect van de omgeving op ‘Pelgrim’s Progress’ is moeilijk aan te tonen, maar de Ardeense lucht heeft Kula Shaker duidelijk deugd gedaan.
‘Pelgrim’s Progress’ is in de eerste plaats een goede plaat, maar globaal genomen laat ze een minder vastberaden band horen dan tijdens de gloriedagen elf jaar geleden. Na comebackplaat ‘Strangefolk’ (2007) hadden we overigens geen meesterwerk verwacht. Het momentum van de band is namelijk weg. Van 1996 tot 1999 kende de charismatische Crispian Mills met zijn groep een onwaarschijnlijk succes. Vooral de Britse thuisbodem daverde toen door singles als Hey Dude en Mystical Machine Gun.
Nummers van dat kaliber vind je nauwelijks op Kula Shakers vierde plaat. Een handvol songs valt onder de categorie van de rustieke folk en Indiase instrumenten als tabla’s en sitars, handelsmerken van de band, zijn eerder bij vlagen te horen.
De plaat begint vrij verrassend met Peter Pan R.I.P., dat wordt ingezet door een strijkerskwartet. De song is een grafrede voor de beroemde sprookjesheld. “I’m crying sweet tears of joy // Remembering the days // Games that we’ve played”, laat Mills zich ergens ontvallen. Het nummer laat zich dan ook best verstaan als een nostalgische trip richting jeugdjaren. Akoestische gitaren en strijkers regeren, maar basdrum en belletjes verraden Kula Shakers oosterse invloeden.
Laveren tussen kopie en grand cru
Modern Blues is dan weer Kula Shaker grand cru. Het nummer swingt, heeft een bezwerende melodie als refrein en is een geslaagd eresaluut aan de oude sound. Maar wanneer bij Figure It Out even verderop hetzelfde procédé wordt toegepast, dan klinkt het vooral alsof de band zichzelf kopieert. De tweede albumhelft heeft aanzienlijk minder karakter en samenhang. Nummers als Cavalry en To Wait Till I Come slagen er zelfs helemaal niet in om te beklijven.
Gelukkig eindigt de plaat met het verhoopte epos. Jawel, mét mellotron en een grandioos kerkorgel, waartegen zelfs een muur Marshallversterkers niet op zou kunnen. Tussen de akoestische passages van Winter’s Call door wordt er uitgebreid gesoleerd en toegewerkt naar een symfonisch sluitstuk.
Kula Shaker eindigt dus ambitieus en dat is positief. Dat ook enkele haardvuursongs goed uit de verf komen, bewijst dat de band van vele markten thuis is en nog altijd bestaansrecht heeft. Maar een magnum opus en een evenaring van de vroegere successen zit er voorlopig niet in.
Eerder verschenen op Damusic.be.