Halverwege de Top 100 Greatest Albums Of The 80’s van Rolling Stone prijkt ‘Crazy Rhythms’ van The Feelies, een invloedrijke plaat die meer dan eender welk album op de lijst de tand des tijds heeft doorstaan. Vreemd genoeg is ‘Crazy Rhythms’ vandaag maar matig bekend. De plaat is dan ook jaren niet meer verkrijgbaar geweest. Maar voor fans, en eigenlijk voor iedere rechtgeaarde muziekliefhebber, zijn de eerste twee platen van The Feelies nu opnieuw verschenen in sobere no-nonsense-uitgaves.
Crazy Rhythms was het verrassend frisse debuut waarmee The Feelies in 1980 op de proppen kwam. De naschokken van de punkexplosie waren sterk voelbaar in de sound van postpunkbands als Gang Of Four, Wire en Public Image Ltd, en ook The Feelies deden hun duit in het zakje. Maar wat die laatste groep zo uniek maakte, was een minstens even grote fascinatie voor de psychedelische pop en de garagerock uit de jaren zestig.
De frenetieke cover van Everybody’s Got Something To Hide (Except For Me And My Monkey) van The Beatles levert daarvoor het meest pregnante bewijs. Het is een van die zeldzame covers die het origineel naar de kroon steekt. De rammelende, nonchalante gitaar die doorheen de song hort en stoot, zou overigens ook een constante blijken in de acht ijzersterke songs van eigen makelij.
Met Glenn Mercer en Bill Million (zangers, gitaristen én songschrijvers) hadden The Feelies een machtige, tweekoppige spil in de gelederen. De twee lieten hun gitaren tegen elkaar opboksen in breed uitwaaierende, tranceverwekkende songs als Forces At Work, maar creëerden met eenzelfde gemak delicate momenten van aangename dissonantie.
Onder meer het piepjonge R.E.M keek op naar de even onstuimige als aanstekelijke pop van ‘Crazy Rhythms’. Vijf jaar na het verschijnen van hun debuut, zouden The Feelies Peter Buck in de studio toelaten als co-producer van ‘The Good Earth’. En dat was tegen de gewoonte van de band, die voorheen halsstarrig weigerde te werken met externe producers.
Een teken aan de wand
De aanwijzingen van Buck en de lange sabbatperiode na ‘Crazy Rhythms’ lieten The Feelies niet onberoerd. ‘The Good Earth’ werd een meer dan degelijke plaat, maar wist het geniale van het illustere debuut niet te evenaren. De briesende energie ruimde plaats voor een meer beheerste aanpak. De ruwe sound werd gepolijst, luchtiger en radiovriendelijk. En met de vervanging van drummer Dave Weckermann – een essentiële schakel in het succes van ‘Crazy Rhythms’ – verdween onvermijdelijk een authentiek stukje Feelies.
Maar ook dan nog kon ‘The Good Earth’ wedijveren met leeftijdsgenoten als ‘Born Sandy Devotional’ van The Triffids, al werd het nooit meer zo goed als op ‘Crazy Rhythms’.
Op uitnodiging van The Flaming Lips speelden The Feelies hun meesterwerk eerder dit jaar integraal op All Tommorow’s Parties. Luttele maanden later gooit de band zijn eerste twee platen opnieuw op de markt. Is dit een teken aan de wand? Wij hopen alvast van wel!
Eerder verschenen op: http://www.damusic.be/cd/the-feelies/crazy-rhythms-the-good-earth
Crazy Rhythms was het verrassend frisse debuut waarmee The Feelies in 1980 op de proppen kwam. De naschokken van de punkexplosie waren sterk voelbaar in de sound van postpunkbands als Gang Of Four, Wire en Public Image Ltd, en ook The Feelies deden hun duit in het zakje. Maar wat die laatste groep zo uniek maakte, was een minstens even grote fascinatie voor de psychedelische pop en de garagerock uit de jaren zestig.
De frenetieke cover van Everybody’s Got Something To Hide (Except For Me And My Monkey) van The Beatles levert daarvoor het meest pregnante bewijs. Het is een van die zeldzame covers die het origineel naar de kroon steekt. De rammelende, nonchalante gitaar die doorheen de song hort en stoot, zou overigens ook een constante blijken in de acht ijzersterke songs van eigen makelij.
Met Glenn Mercer en Bill Million (zangers, gitaristen én songschrijvers) hadden The Feelies een machtige, tweekoppige spil in de gelederen. De twee lieten hun gitaren tegen elkaar opboksen in breed uitwaaierende, tranceverwekkende songs als Forces At Work, maar creëerden met eenzelfde gemak delicate momenten van aangename dissonantie.
Onder meer het piepjonge R.E.M keek op naar de even onstuimige als aanstekelijke pop van ‘Crazy Rhythms’. Vijf jaar na het verschijnen van hun debuut, zouden The Feelies Peter Buck in de studio toelaten als co-producer van ‘The Good Earth’. En dat was tegen de gewoonte van de band, die voorheen halsstarrig weigerde te werken met externe producers.
Een teken aan de wand
De aanwijzingen van Buck en de lange sabbatperiode na ‘Crazy Rhythms’ lieten The Feelies niet onberoerd. ‘The Good Earth’ werd een meer dan degelijke plaat, maar wist het geniale van het illustere debuut niet te evenaren. De briesende energie ruimde plaats voor een meer beheerste aanpak. De ruwe sound werd gepolijst, luchtiger en radiovriendelijk. En met de vervanging van drummer Dave Weckermann – een essentiële schakel in het succes van ‘Crazy Rhythms’ – verdween onvermijdelijk een authentiek stukje Feelies.
Maar ook dan nog kon ‘The Good Earth’ wedijveren met leeftijdsgenoten als ‘Born Sandy Devotional’ van The Triffids, al werd het nooit meer zo goed als op ‘Crazy Rhythms’.
Op uitnodiging van The Flaming Lips speelden The Feelies hun meesterwerk eerder dit jaar integraal op All Tommorow’s Parties. Luttele maanden later gooit de band zijn eerste twee platen opnieuw op de markt. Is dit een teken aan de wand? Wij hopen alvast van wel!
Eerder verschenen op: http://www.damusic.be/cd/the-feelies/crazy-rhythms-the-good-earth
Geen opmerkingen:
Een reactie posten