zaterdag 22 mei 2010

Justin Currie - The Great War

Nog nooit van Justin Currie gehoord? Troost u, wij evenmin. En ook Del Amitri, de Schotse poprockband waarmee Currie twintig jaar lang furore maakte, kan in onze contreien bezwaarlijk relevant genoemd worden. En toch is frontman Currie intussen wel al toe aan zijn tweede soloplaat. Maar ook met ‘The Great War’ zal hij niet uit de anonimiteit kunnen treden.

Wie vandaag het komen en gaan van de popgolven nauwlettend observeert en mee is met het nieuwste werk van pakweg Animal Collective, Gorillaz en These New Puritans, zal meteen merken hoe anachronistisch Curries muziek wel is. Niemand zit anno 2010 nog te wachten op deze modale, in opgeklopte emoties gedrenkte poprock

Ambachtelijk gefabriceerd, dat is ‘The Great War’ zeker wel. Maar daar schuilt nu net het probleem. Bij Currie staat ambacht voor routine. Niet dat hij zijn nieuwe songs botweg op plaat gekwakt heeft – eerder het tegendeel is waar – maar het zijn toch vooral adjectieven als 'fantasieloos', 'voorspelbaar' en 'matig' die ons tijdens ‘The Great War’ te binnen schieten

Curries stem heeft wat weg van de lichte rasp van Marc “Walking In Memphis” Cohn. En bij momenten hoor je ook James Blunt of Lenny Kravitz voorbijwaaien. Om maar te benadrukken dat de Schotse singer-songwriter ook vocaal gezien netjes binnen de lijntjes kleurt.

Dan stel je je bij een titel als ‘The Great War’ toch heel wat anders voor. Was de Eerste Wereldoorlog half zo klef en zeemzoeterig geweest als wat Currie op zijn tweede worp neerzet, dan zou 11 november nu geen nationale feestdag zijn. Niemand heeft schrik van Curries pluchen munitie.

Draak

Tekstueel gezien is het dan ook meermaals tenenkrullen geblazen. In het openingsnummer doet Currie – zelfverklaard atheïst – meteen God en de duivel opdraven en beklaagt hij zichzelf als een Man With Nothing To Do. Pianoballad You’ll Always Walk Alone is ook nauwelijks te harden. Je moet al diep de mythologie induiken om zo’n draak tegen het lijf te lopen

Nog erger wordt het met The Fight To Be Human. Wie de titel al niet weerzinwekkend vindt, kan zich nog altijd overleveren aan de acht minuten durende kwelling en gegeseld worden door schaamteloos voorgedragen regels zoals “I hate the world they gave me”.

En zo gaat het maar door. Het rijke instrumentarium en de occasionele verrassende gitaarsolo werken nergens helend, ‘The Great War’ gaat roemloos ten onder en Justin Currie toont zich behalve een “man zonder iets om handen” ook een “man met weinig te bieden”. For fans only!

Eerder verschenen op Damusic.be.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten