
Bij de gedachte aan de bergbevolking van het oude Amerika, verschijnen ons meteen – al dan niet terecht – de beestachtige hilbillies uit de film ‘Deliverance’ voor ogen. Gelukkig fladderen in een wereld van monsters even vrolijk elfjes rond. De drie meiden van Mountain Man zijn er het levende bewijs van, hoe misleidend die bandnaam ook mag zijn. Op ‘Made The Harbor’ verdiepen ze zich met akelige precisie in de antieke Amerikaanse folkmuziek.
Het lijkt daarbij alsof de tijd heeft stilgestaan in het Amerikaanse plaatsje Bennington, waar nachtegalen Molly Erin Sarle, Alexandra Sauser-Monnig en Amelia Randall Meath elkaar voor het eerst troffen. Hun muziek is naakt en authentiek en leidt je terug naar de tijd waarin Thomas Edison de eerste geluiden wist te vangen met zijn fonograaf.
Akkoord, de geluidskwaliteit is er een naar hedendaagse standaard, maar digitaal knip- en plakwerk vind je op ‘Made The Harbor’ niet terug. De voorbereidende kuchjes en aanwijzigingen werden niet eens uit de opname verwijderd. Ook in de teksten ontbreekt elk spoor van de 21ste eeuw. Ze gaan over mensen, de natuur, vogels (van meesjes tot witte reigers), de liefde en terloops zelfs over zwangerschap (Mouthwings). De thema’s zijn zo universeel dat ze evengoed nu kunnen plaatsvinden als honderd jaar of langer geleden.
Rechtstreeks naar het verleden verwijzen doet Mountain Man met een versie van How ‘m I Doin’?, een jazzstandard van de Aaron Sisters uit 1932 en de centrale piek van het album. Het is een verbluffende a-cappellaharmonie, die zich als een klopgeest tussen je oren nestelt. Muzikaal heeft de song wat weg van de soundtrack van ‘Les Triplettes de Belville’.
Kathedralen
Nummers als Mouthwings en Babylon graven nog dieper. De stemmen schurken aan tegen kerkelijke gezangen, sierlijk door elkaar kronkelend als de instrumenten van een barok strijkkwartet. Wees dus niet verbaasd als Mountain Man voor optredens kathedralen zou verkiezen boven folkkelders.
Nergens hangt er een trutterig sfeertje en elke song is scherpgerand. “And the sweat will roll down our backs and we’ll follow animal tracks,” zingen ze in Animal Tracks. Jonge twintigers brengen hun vrije dagen doorgaans anders door. In Honeybee brengt het drietal dan weer een geel-zwartgestreepte, bucolische ode, die van de hand van de klassieke dichter Vergilius had kunnen zijn.
De doodse stiltes tussen de songs zijn keer op keer voorbodes voor de vocale pracht die het trio erna ontvouwt. ‘Made The Harbor’ is dan ook helemaal geslaagd als herrijzenis van een ver en onbekend verleden. Ook wie zich niet gewillig laat inpakken door de muzen van Mountain Man, zal moeten toegeven dat het een van de meest onverwachte debuten van het jaar is.